Onderwijs: Overzicht wijzigingen aan het decreet ‘rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs’

12 januari 2024

In navolging van het decreet over leersteun d.d. 5 mei 2023, alsook het decreet tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt d.d. 14 juli 2023 evenals het decreet betreffende het onderwijs XXXIII d.d. 7 juli 2023 onderging ook het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding d.d. 27 maart 1991 een wijziging.

Bijgevolg stelt zich in de vraag in hoever deze - snel opeenvolgende – decreten het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs hebben aangepast, dan wel hebben herschapen.

1. M.b.t. de wijzigingen aangebracht door het decreet over het onderwijs XXXIII d.d. 7 juli 2023, in werking getreden op 1 september 2023

    De memorie van toelichting inzake het decreet over het onderwijs XXXIII stelt dat vanuit de Kamers van Beroep, bevoegd inzake tuchtaangelegenheden, en het College van Beroep, bevoegd inzake evaluatie, de vraag kwam om ervoor te zorgen dat er een voorafgaand ontvankelijkheids- en bevoegdheidsonderzoek kon gebeuren. Dit zodat bij manifest onontvankelijke beroepen en / of de onbevoegdheid van de Kamer / het College, deze niet moet worden bijeengeroepen, hetgeen zou leiden tot een vermindering van de werkdruk en een versnelling van de administratieve procedures.

    Het thans ingevoerde voorafgaandelijke ontvankelijkheids- en bevoegdheidsonderzoek zorgt ervoor dat de Kamer / het College zich eerst dient te buigen over o.a. de vormvereisten en de tijdigheid van het beroep, alvorens in te gaan op de inhoudelijke argumenten. Zodoende wordt niet nodeloos op de inhoud van het beroepschrift ingegaan indien de ontvankelijkheidsvoorwaarden reeds geschonden zijn.

    De procedureregelingen voor de Kamers van Beroep en het College van Beroep liggen vervat in de Besluiten van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 resp. het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007. Opdat deze procedure in deze besluiten kon ingeschreven worden, diende eerst in een decretale basis te worden voorzien. Zodoende werd in artikel 47septiesdecies, §5, 5° van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs de vereenvoudigde procedure ingeschreven.

    Heden staat de vereenvoudigde procedure nog niet ingeschreven in het huishoudelijk reglement van het College van beroep, waardoor een praktische invulling van de vereenvoudigde procedure nog niet volledig uitgewerkt is.

    Door hetzelfde decreet over het onderwijs XXXIII wordt thans gesteld dat de resultaten van de Vlaamse toetsen niet mogen gebruikt worden als een stuk bij de evaluatie van personeelsleden.[1]

    Dit is een logisch gevolg van het feit dat de personeelsleden worden geëvalueerd op basis van de uitvoering van de kerntaken opgenomen in hun functiebeschrijving. Dit staat los van positieve, dan wel negatieve resultaten die leerlingen behalen bij de Vlaamse toetsen. Eventuele negatieve resultaten van de leerlingen bij de Vlaamse toetsen kunnen bijgevolg niet aangewend worden om een leerkracht negatief te evalueren.

    2. M.b.t. de wijzigingen aangebracht door het decreet over leersteun d.d. 5 mei 2023, in werking getreden op 1 september 2023

    Om tegemoet te komen aan het nijpende lerarentekort heeft de wetgever ervoor gezorgd dat de onderwijsinstellingen gebruik kunnen maken van leerondersteunend personeel.

    Zonder afbreuk te doen aan het principe dat een personeelslid wordt aangesteld in of geaffecteerd wordt aan een instelling, kunnen de personeelsleden die zijn aangesteld in een ambt van het leerondersteunend personeel in een leersteuncentrum of een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een erkende en gefinancierde of gesubsidieerde school voor buitengewoon onderwijs, worden ingezet voor de vervulling van hun opdracht voor en in scholen voor gewoon onderwijs.[2] Dit kan eveneens in een onderwijsinternaat gebeuren.[3]

    Heden wordt ook voor hen bepaald dat zij een functiebeschrijving dienen te hebben.

    Zo worden navolgende taken als hun kerntaken beschouwd:[4]

    • de planning, voorbereiding en nazorg van leersteun;
    • de leersteun zelf;
    • de professionalisering;
    • het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, schoolteams in de scholen voor gewoon onderwijs, ouders en in voorkomend geval CLB, welzijnspartners, andere leersteuncentra of leersteuncentra als vermeld in artikel 20, §2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, en andere relevante partners.

    3. M.b.t. de wijzigingen aangebracht door het decreet tot uitvoering van maatregelen over het lerarenambt d.d. 14 juli 2023, in werking getreden op 1 september 2023

    Tenslotte voorzien de nieuwe artikelen 17novies - 17quater decies decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs in een omzetting van richtlijn 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers, en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad.

    Zo verkrijgt het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet om volgens de geldende regelgeving recht te hebben op loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, voor medische bijstand, voor mantelzorg of voor palliatieve zorgen, ongeacht of dat personeelslid die loopbaanonderbreking al of niet opneemt, het recht om voor een aaneengesloten periode van maximaal twaalf (12) maanden een flexibele werkregeling aan te vragen voor zorgdoeleinden.

    Een flexibele werkregeling is een aanpassing van het bestaande werkpatroon van het personeelslid.

    Het personeelslid dat een flexibele werkregeling wil voor zorgdoeleinden bezorgt daarvoor een schriftelijke aanvraag aan het schoolbestuur minstens twee (2) maanden vóór de gewenste begindatum of, als het gaat om een aanvraag voor palliatieve zorgen, minstens twee (2) weken vóór de gewenste begindatum.

    De voormelde termijnen kunnen in onderling akkoord tussen het schoolbestuur en het personeelslid worden ingekort. De voormelde aanvraag moet de gewenste begin- en einddatum en het ingeroepen zorgdoeleinde vermelden.

    Het schoolbestuur kan de aanvraag, rekening houdend met de behoeften van het personeelslid en de continuïteit van het onderwijs en de dienstverlening inwilligen, weigeren of een gemotiveerd tegenvoorstel doen dat bestaat uit een andere flexibele werkregeling of een andere periode voor de uitoefening van de flexibele werkregeling. Het uitstel van een flexibele werkregeling mag niet tot gevolg hebben dat de flexibele werkregeling onmogelijk wordt.

    Het schoolbestuur dient daarbij het personeelslid een schriftelijk antwoord te geven binnen een periode van dertig (30) dagen nadat het schoolbestuur de voormelde aanvraag heeft ontvangen. Als het schoolbestuur weigert, deelt het schoolbestuur de gemotiveerde weigeringsbeslissing schriftelijk mee aan het personeelslid. Het uitblijven van een antwoord van het schoolbestuur of een niet of onvoldoende gemotiveerde weigeringsbeslissing wordt gelijkgesteld met een akkoord.

    4. Besluit

    De nieuwe wetgevende initiatieven hebben voornamelijk als doel om de werkdruk te verlichten, zowel voor de onderwijsinstellingen zelf, als de administratieve colleges, en de personeelsleden. Zo vallen er op iedere trede van de hiërarchie ondersteunende initiatieven terug te vinden.

    De onderwijsinstellingen verkrijgen een beter wettelijk kader om ervoor te zorgen dat meer leerondersteunend personeel kan worden aangeworven en ingezet. Dit om het nijpend lerarentekort enigszins te temperen. Het aanstellen van leerondersteunend personeel mag echter niet de algemene regel worden, het dient eerder als een noodoplossing gezien te worden.

    De administratieve colleges kunnen hun werkdruk verlichten door kennelijk onontvankelijke beroepen in een voorgaande fase reeds buiten beschouwing te laten. De administratieve colleges dienen wel behoed te zijn voor een al te strenge interpretatie van wat als ‘kennelijk onontvankelijk’ dient aanschouwd te worden. Bij gebreke aan een duidelijke definiëring zal immers een grote discretionaire bevoegdheid aan de Kamer / het College toekomen.

    De personeelsleden zelf verkrijgen meer ondersteuning bij hun aanvraag tot een verlof inzake mantelzorg.

    Een kritische reflectie van deze vernieuwingen zal pas mogelijk zijn na het verstrijken van een nieuw schooljaar. We komen dan graag bij u terug om hierover te berichten.

    ***

    GD&A Advocaten staat steeds tot uw beschikking voor bijkomende toelichtingen of informatie omtrent onderwijsaangelegenheden. GD&A Advocaten volgt steeds de nieuwe wijzigingen in de regelgeving op de voet op om u bij te staan met op maat gemaakt advies.


    [1] Art. 47octies, §1 decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.

    [2] Art. 36novies/3 decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.

    [3] Art. 36novies/4 decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.

    [4] Art. 47 quinquies, §4 decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs.