Verkiezingen: ontwaakt de Raad voor Verkiezingsbetwistingen uit zijn winterslaap?

18 oktober 2024

Nu de verkiezingen achter de rug zijn en er volop coalities worden gevormd, treedt de Raad voor Verkiezingsbetwistingen opnieuw op de voorgrond. Voornamelijk onder impuls van de strafbaarstelling van het ronselen van volmachten en de daarmee gepaarde verhoogde aandacht, wordt ook de bevoegdheid van deze Raad her en der vernoemd en in overweging genomen. Relevant is daarbij om de eerdere rechtspraak naar aanleiding van de vorige verkiezingen te analyseren, om deze bevoegdheid correct te kunnen afbakenen.

Inleiding

Met het Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) werden de provinciale Raden voor verkiezingsbetwistingen sinds 1 november 2014 omgevormd tot één Raad voor Verkiezingsbetwistingen.

Dit Vlaams administratief rechtscollege is, als minder gekende kleine broer van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, hoofdzakelijk bevoegd om bezwaren te behandelen die worden ingebracht tegen een lokale verkiezing en om de juistheid van de zetelverdeling tussen de lijsten en rangorde van de raadsleden na te gaan. Dergelijk toezicht dat raakt aan de (lokale) democratie is uiteraard essentieel.

Gezien deze Raad ‘slechts’ cyclisch bevraagd wordt, is diens bevoegdheid en de reikwijdte daarvan evenwel minder gekend. Niettemin kan uit de vorige bestuursrechtspraak, werkingsjaar 2018-2019 één en ander worden afgeleid.

Volledigheidshalve dient tot slot opgemerkt te worden dat voor de faciliteitengemeenten uit het Vlaamse Gewest, een bijzondere regeling geldt zonder bevoegdheid van deze Raad. Bezwaren dienen veelal bij de deputaties van de provincieraden, dan wel een college van provinciegouverneurs te worden ingediend.

Cijfers

In totaal werden naar aanleiding van de vorige verkiezingen in 32 gemeenten de verkiezingsresultaten betwist, wat leidde tot arresten van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. In twee arresten werd de afstand van geding vastgesteld en in drie gevallen werd het bezwaar volledig verworpen als niet-ontvankelijk.

Van de resterende 27 (deels) ontvankelijke bezwaren, werden finaal slechts acht gevallen gegrond verklaard, de overige 19 gevallen waren ongegrond. Als gevolg hiervan moesten uiteindelijk in vier gevallen hertellingen plaatsvinden in de gemeente. De overige vier gegronde zaken betroffen schendingen van de regels inzake verkiezingsuitgaven, maar deze leidden niet tot een hertelling.

Ontvankelijkheid

De Raad onderzoekt zodra gevat steeds eerst de ontvankelijkheid van het bezwaar.

Hierbij wordt nagegaan of:

  • De Raad bevoegd is om kennis te nemen van het bezwaar door het voorwerp van het bezwaar te onderzoeken
  • De bezwaarindiener de vereiste hoedanigheid en belang heeft om het bezwaar in te dienen
  • Het bezwaar tijdig is ingediend
  • Het bezwaarschrift voldoet aan een aantal vormelijke eisen

Niet-naleving van de vormelijke eisen leidt echter niet tot niet-ontvankelijkheid van het verzoekschrift, aangezien deze sanctie niet in de relevante wetgeving is voorzien. Het voldoen aan deze voorwaarden is echter belangrijk om de gegrondheid van het bezwaar te staven.

Zonder bewijsstukken of een concrete uiteenzetting van de middelen is de kans klein dat het bezwaar gegrond wordt bevonden door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Het is niet aan de Raad om op basis van uw verzoekschrift een middel af te leiden dat zou leiden tot de gegrondheid van het bezwaar.

De Raad voor Verkiezingsbetwistingen kan verder alleen kennis nemen van bezwaren voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid waarvoor zij bevoegd is, zoals beschreven in artikel 203 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet en artikel 147 van het Decreet Lokaal Bestuur. De Raad spreekt zich bijvoorbeeld niet uit over pre-electorale geschillen.

De bezwaarindiener moet bovendien over het vereiste belang en hoedanigheid beschikken. De hoedanigheid heeft men alleszins als men kandidaat was voor de aanstaande verkiezingen. Dit betekent echter niet dat men automatisch ook het vereiste belang heeft. Een belang is er alleen als de bezwaarindiener op zijn minst tot de tweede opvolger werd verkozen, tenzij de betrokkene onregelmatigheden aanvoert die tot gevolg kunnen hebben gehad dat hij niet minstens tot tweede opvolger werd verkozen. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen kan ambtshalve een gebrek aan belang opwerpen.

Nieuw is, naar tijdigheid toe, dat bezwaren binnen 40 dagen, te rekenen vanaf de dagtekening van het proces-verbaal van de verkiezingen, moeten worden ingediend bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen.

Grond van de zaak

Ten gronde kan een constante worden vastgesteld doorheen de verschillende arresten: in de meeste gevallen werd er niet in geslaagd om concreet te bewijzen dat een onregelmatigheid werd begaan bij de telling van de stemmen of het beïnvloeden ervan, of dat de maximaal toegelaten verkiezingsuitgaven werden overschreden.

Het bezwaar moet middelen bevatten die aantonen of aannemelijk maken dat een onregelmatigheid invloed zou kunnen hebben gehad op de zetelverdeling tussen de verschillende lijsten.

De Raad voor Verkiezingsbetwistingen vertrekt daarbij steeds vanuit het proces-verbaal. Elke onregelmatigheid moet in het proces-verbaal worden genoteerd. Dit document is belangrijk, omdat het kandidaten in staat moet stellen om onregelmatigheden te omschrijven en te staven. Als er in het proces-verbaal geen opmerkingen of onregelmatigheden zijn genoteerd, geldt het vermoeden dat er geen onregelmatigheden zijn begaan. Hoewel dit een weerlegbaar vermoeden is, blijkt uit de rechtspraak dat dit niet eenvoudig te weerleggen is, zeker als het proces-verbaal door alle bevoegde personen zonder opmerkingen is getekend.

Getuigen kunnen na de verkiezingen bijvoorbeeld geen onregelmatigheid meer opwerpen als zij het proces-verbaal hebben ondertekend onder het mom van ‘onwetendheid’, aangezien zij er juist zijn om toe te zien op het wettige verloop van de kiesverrichtingen. Dit tenzij kan worden aangetoond dat bepaalde feiten aan hun controle zijn ontsnapt en deze feiten vervalsing of bedrog uitmaken.

Een groter struikelblok blijft echter de voorwaarde om aan te tonen dat een onregelmatigheid invloed zou kunnen hebben gehad op de zetelverdeling. Als men bijvoorbeeld stelt dat er onregelmatigheden zijn met betrekking tot 60 stemmen maar men slechts kan aantonen dat er onregelmatigheden zijn met betrekking tot 9 stemmen, is dit onvoldoende om tot een ongeldigverklaring of herstelling van de stemmen over te gaan.

Wat betreft de verkiezingsuitgaven, moet er bewijs worden geleverd dat een overschrijding van het maximale toegelaten bedrag voor verkiezingsuitgaven invloed heeft gehad op de zetelverdeling. Het is belangrijk om met bewijsstukken aan te tonen voor hoeveel het maximumbedrag werd overschreden. Loutere beweringen die doen vermoeden dat er een overschrijding is, volstaan niet.

Onvermijdelijk zal ook komende periode de Raad voor Verkiezingsbetwistingen gevat worden om erop toe te zien dat de verkiezingen regelmatig verliepen. Eén en ander is essentieel en deze mogelijkheid dient dan ook te worden toegejuicht. Fraus est celare fraudem! Bovenstaande overzicht toont evenwel aan dat hier best niet lichtzinnig toe wordt overgegaan, doch men de bevoegdheid en drempels die daartoe bij wet werden ingesteld dient te respecteren.

GD&A Advocaten trad vorige verkiezingsperiode herhaaldelijk op voor de Raad voor Verkiezingsbetwistingen en beschikt over de nodige expertise om lokale besturen en hun mandatarissen hierin bij te staan.