Skip to main content

Fiscaal recht

GD&A Advocaten beschikt over een eigen fiscaal departement dat zich onder meer specialiseert in publiek fiscaal recht. Bijzondere aandacht gaat uit naar de overheid als belastingplichtige.

Maak een afspraak

Onze uitgebreide ervaringen situeren zich op het niveau van:

Publiek fiscaal recht

GD&A Advocaten beschikt over een eigen fiscaal departement dat zich onder meer specialiseert in publiek fiscaal recht. Bijzondere aandacht gaat uit naar de overheid als belastingplichtige.

Het btw-statuut van overheden neemt een prominente plaats in. Lokale besturen worden voor steeds meer activiteiten als btw-belastingplichtige aangemerkt omdat de fiscus er van uitgaat dat sommige activiteiten concurrentieverstoring veroorzaken. De toepassing van het specifieke btw-statuut voorzien in art. 6 WBTW vormt voor veel besturen een uitdaging. Lokale besturen zijn bijvoorbeeld btw-plichtig voor de exploitatie van het rioleringsnet, de verkoop van dranken, het verhuren van roerende goederen, concessies,…

Gekoppeld aan de btw-plicht is uiteraard de uitoefening van het recht op btw-aftrek. Hier is vaak een zorgvuldige organisatie van de boekhouding belangrijk. Het vastleggen van bijzondere verhoudingsgetallen vormt een uitdaging voor lokale besturen.

Subsidies vormen op btw-vlak een bijzonder vraagstuk. Enerzijds moet worden onderzocht of subsidies rechtsreeks of onrechtstreeks de vergoeding vormen voor een btw-plichtige levering of dienst. In het positieve geval zal btw moeten worden betaald op de subsidies. Het spreekt voor zich dat dit belangrijke financiële gevolgen heeft indien het lokaal bestuur hierop niet heeft geanticipeerd. Anderzijds kan het genieten van subsidies ook een invloed hebben op de mate waarin btw in aftrek kan worden gebracht.

Ook al treden lokale besturen vaak in concurrentie met de private sector, toch zullen ze ook diverse btw-vrijstellingen kunnen toepassen zodat toch geen btw moet worden aangerekend. Dit is vaak het geval voor activiteiten in de zorgsector of vrijetijdssector. Sommige randactiviteiten vallen dan weer buiten de vrijstelling. Lokale besturen worstelen vaak met de correcte toepassing van deze vrijstellingen, bijvoorbeeld wat betreft de exploitatie van lokale dienstencentra.

Bij de samenwerking tussen lokale besturen en hun aanverwante rechtspersonen worden vaak goederen en diensten aan elkaar doorgerekend. Hierbij is het belangrijk om er over te waken dat geen bijkomende btw-kosten ontstaan. De kostendelende vereniging of de btw-eenheid kunnen hierop een antwoord bieden.

Ook het statuut van overheden op het vlak van inkomstenbelastingen wint aan belang. De fiscale controles op het vlak van roerende en onroerende voorheffing worden steeds strenger. Een bijkomende complexiteit is dat de “satellieten” rond de lokale besturen (externe verzelfstandigde agentschappen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW-verenigingen, PPS-partners,…) op het vlak van de inkomstenbelastingen vaak aan andere regels zijn onderworpen dan steden en gemeenten.

Inzake inkomstenbelastingen neemt ook de loonfiscaliteit een steeds prominentere rol in. De fiscale behandeling van voordelen van alle aard, kostenvergoedingen,… toegekend aan personeelsleden en bestuurders bij lokale besturen trekken ook de aandacht van de fiscus.

De verzelfstandiging van beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende activiteiten die niet tot de kerntaak van het lokaal bestuur hoort, zorgt voor meer flexibele en marktconforme randvoorwaarden waarbinnen deze activiteiten kunnen worden ontwikkeld. Eén aspect van markconformiteit betreft het kunnen aannemen van hetzelfde fiscale statuut als private marktspelers. Verzelfstandiging, bijvoorbeeld onder de vorm van een autonoom gemeentebedrijf, zorgt er inderdaad voor dat ook lokale besturen, net zoals andere ondernemingen waarmee zij soms in concurrentie komen, btw-neutraal kunnen werken.

Op het vlak van verzelfstandiging nemen autonome gemeentebedrijven met een winstoogmerk een bijzondere plaats in. Wanneer autonome gemeentebedrijven aan bepaalde voorwaarden voldoen, zijn de btw-vrijstellingen inzake de exploitatie van sportinfrastructuur, culturele voorstellingen en tentoonstellingen, bibliotheken, musea en onderwijs niet van toepassing. De zorgvuldige implementatie van de door de fiscus geformuleerde randvoorwaarden, zoals de toekenning van prijssubsidies, is cruciaal om problemen met de fiscus te vermijden.

Het fiscaal departement van GD&A Advocaten wordt frequent betrokken in de financiële en fiscale structurering van PPS-projecten. Vaak betreft het DBFM(O)-overeenkomsten waarbij de diverse financiële stromen de juiste fiscale kwalificatie moeten krijgen.

De lokale besturen staan in voor méér dan 50% van de overheidsinvesteringen in ons land. De toepassing van het juiste btw-tarief wordt steeds complexer. Er zijn immers tal van verlaagde btw-tarieven waar lokale besturen van kunnen gebruik maken. Lokale besturen kunnen gebruik maken van het verlaagde btw-tarief van 6% op schoolgebouwen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan het gemengde gebruik van het gebouw samen met niet-onderwijsfuncties.

Een oordeelkundige structurering van huisvestingsprojecten kan belangrijke btw-voordelen opleveren. Onder bepaalde voorwaarden kunnen immers de verlaagde tarieven van 6% of 12% worden toegepast.

Vastgoedtransacties tussen lokale besturen en private marktspelers of tussen lokale besturen onderling vereisen niet alleen een adequate aanpak, ook een correcte fiscale structurering van deze transacties is onmisbaar. Hier speelt niet enkel de btw, maar ook de registratierechten en soms ook aspecten inkomstenbelastingen.

Overheden wensen hun risico’s in kaart te brengen en te beperken. Op het vlak van fiscaliteit betekent dit dat besturen rechtszekerheid wensen en potentiële conflicten met de fiscus willen vermijden. GD&A Advocaten heeft zeer veel ervaring met het aanvragen van fiscale akkoorden (voorafgaande beslissingen) bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (rulingcommissie) of bij de klassieke controlediensten.

Ook de lokale besturen blijven niet gespaard van fiscale controles. Niet alleen de klassieke fiscale controles stappen soms af bij de lokale besturen en hun externe verzelfstandigde agentschappen. Ook de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) spaart de besturen niet en neemt ook steden, OCMW’s, autonome gemeentebedrijven,… onder de loupe. Het spreekt voor zich dat een adequate juridisch-fiscale begeleiding en vertegenwoordiging in deze situaties onmisbaar is. GD&A Advocaten heeft ook op dit vlak ruime ervaring. Lokale besturen zien zich met een advocatenkantoor, waarvan sommige advocaten in een vorig professioneel leven zelf inspecteur waren bij de fiscus, verzekerd van een uitstekende combinatie van expertise en wijze van aanpak.

GD&A Advocaten organiseert zeer regelmatig opleidingen en webinars over het fiscaal statuut van lokale besturen en hun aanverwante rechtspersonen. Ook de fiscale publicaties, waaronder de gratis nieuwsbrieven, worden erg gesmaakt door de lokale besturen.

Lokale en regionale belastingen

GD&A Advocaten heeft als kantoor gespecialiseerd in publiek fiscaal recht zeer veel ervaring inzake gemeentebelastingen.

Procedures

GD&A Advocaten treedt op voor ca. 60 besturen in procedures gemeentebelastingen voor de Hoven en Rechtbanken en de Raad van State.

GD&A Advocaten tracht het risico op procedures evenwel te verminderen door reeds in de taxatiefase of de fase van het administratief beroep bijstand en advies te verlenen. Zo wordt ons kantoor regelmatig betrokken bij de redactie van beslissingen over bezwaarschriften.

Multidisciplinair advies

GD&A Advocaten staat als strategische partner voor de lokale besturen garant voor een multidisciplinaire aanpak bij het formuleren van adviezen. Talrijke gemeentebelastingen vertonen immers een nauwe band met andere disciplines zoals bijvoorbeeld stedenbouw, milieu en algemeen administratief recht. Dit is een belangrijke meerwaarde ten opzichte van zuiver fiscale kantoren.

Belastingscan

GD&A Advocaten biedt een belastingscan aan voor lokale besturen. Bij het screenen van belastingreglementen is het belangrijk om niet uitsluitend te kijken naar het reglement zelf, maar naar het volledige proces. Het beoogde resultaat is immers pas bereikt wanneer de beoogde fiscale ontvangsten onbetwist op de rekening van de gemeente staan.

De eerste schakel in de ketting is de motivering van het belastingreglement en de correcte bekendmaking van het reglement nadat het is gestemd.

Daarnaast is het erg zinvol om ook het controle- en taxatieproces te onderzoeken aan de hand van de modeldocumenten die uw bestuur hierbij hanteert. Daarbij wordt ook best de behandeling van eventuele administratieve beroepen bekeken.

Ook het invorderingsproces mag niet uit het oog worden verloren. Een uitvoerbare titel is immers pas financieel nuttig wanneer die ook efficiënt kan worden ingevorderd.

Teneinde tot een voor uw bestuur rechtszekere taxatie te komen, is het belangrijk dat deze ketting volledig sluitend is. Een lacune in deze ketting kan tot een nietige aanslag leiden, ook al beschikt uw bestuur over een vlekkeloos geformuleerd belastingreglement.

Uit de thema-audit gemeentelijke belastingen en retributies van Audit Vlaanderen blijkt dat dit een belangrijk aandachtspunt is.

Innovatief

GD&A Advocaten zet sterk in op innovatieve belastingreglementen, die beter afgestemd zijn op de beleidsdoelstellingen van het bestuur.

Belastingreglementen sluiten vaak niet optimaal aan bij de actuele ruimtelijke visie van de gemeente. Deze afstemming vereist dat soms beter voor andere instrumenten kan worden gekozen dan een belastingreglement zoals bij voorbeeld een retributie, een stedenbouwkundige last of een samenwerkingsovereenkomst.

Belastingreglementen die het klimaatbeleid van de gemeente ondersteunen, vervangen eerder klassieke of achterhaalde belastingen op drijfkracht,… Ook andere duurzaamheidsdoelstellingen, zoals het bevorderen van circulaire economie, worden in belastingreglementen opgenomen.

GD&A Advocaten voerde bovendien in opdracht van enkele lokale besturen een onderzoek uit naar de optimale afstemming van de lokale bedrijfsbelastingen op het gewenste beleid van de gemeente op het vlak van lokale economie.

Advies aan ABB, VVSG, VLOFIN en VLARIO

GD&A Advocaten adviseert frequent beroeps- en belangenorganisaties, waaronder VVSGVLOFIN en VLARIO op het vlak van gemeentebelastingen, steeds vanuit het belang van de lokale besturen.

Ook het Agentschap Binnenlands Bestuur doet beroep op de expertise van GD&A Advocaten op het vlak van gemeentebelastingen. Ons kantoor werd door de Vlaamse overheid recent belast met een onderzoeksopdracht over lokale belastingen en het eenjarigheidsbeginsel.

Webinars en opleidingen

GD&A Advocaten organiseert bovendien regelmatig kantoorseminaries en webinars inzake gemeentebelastingen. Volgende thema’s kwamen reeds aan bod: gemeentelijke leegstands- en verkrottingsheffingen, gemeentebelasting op tweede verblijven (specifiek voor de kustgemeenten),…

Taxsherpa

GD&A Advocaten biedt ondersteuning aan lokale besturen, die kampen met tijdelijke capaciteitsproblemen door langdurige afwezigheden, pieken in de werklast,… Een advocaat van het fiscaal departement kan ter plaatse bij het lokaal bestuur de administratie ondersteunen in overeenstemming met de deontologische regels.

Privaat fiscaal recht

Sleutelbeslissingen

In de ondernemingswereld zijn er nauwelijks sleutelbeslissingen denkbaar, die geen fiscale impact hebben. Sleutelbeslissingen zijn belangrijke mijlpalen in het leven van een onderneming:

  • Een onderneming overnemen
  • Nieuwe partners laten participeren in uw onderneming
  • Uw onderneming overlaten aan derden of aan de volgende generatie
  • Een belangrijke nieuwe investering zoals de aankoop of bouw van een nieuw onroerend goed
  • Een belangrijke financiering aangaan
  • Een holding of een patrimoniumvennootschap oprichten

Voor dergelijke sleutelbeslissingen is een degelijk en multidisciplinair juridisch advies onmisbaar. Het fiscaal recht staat immers niet op zich. Het departement Fiscaal recht werkt dan ook nauw samen met de collega’s van de departementen Ondernemingsrecht en Vastgoedrecht, waardoor cliënten op een geïntegreerde manier worden geadviseerd.

Cijferberoepen

Grote accountants- of boekhoudkantoren beschikken vaak over een eigen juridische dienst. GD&A Advocaten neemt deze rol op voor kleinere accountants- of boekhoudkantoren, die geen beroep kunnen doen op eigen juristen.

Toch winnen ook grotere kantoren regelmatig het advies in van GD&A Advocaten voor specifieke vragen, second opinions of projecten.

GD&A Advocaten vormt een tandem met uw boekhouder, accountant of bedrijfsjurist.

Rulings

Fiscale rechtszekerheid beperkt het ondernemingsrisico en zorgt voor gemoedrust. GD&A Advocaten heeft ruime ervaring bij het aanvragen van voorafgaande beslissingen bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (rulingcommissie).

Fiscale controles

Wanneer een fiscale controle dreigt te escaleren tot een conflict met de fiscus kan het verstandig zijn om het advies van een fiscaal advocaat in te winnen. Afhankelijk van de situatie kan een fiscaal advocaat vanuit de achtergrond adviseren of op het voorplan treden.

GD&A Advocaten biedt bijstand bij het beantwoorden van vragen om inlichtingen, berichten van wijziging, correctieopgaven, het opstellen van bezwaarschriften, dadingen na akkoord,…

Fiscale bemiddeling

Een conflict met de fiscus hoeft niet noodzakelijk uit te monden in een procedure voor de rechtbank. Steeds meer wordt gebruik gemaakt van de diensten van de Fiscale Bemiddelingsdienst ingericht binnen de FOD Financiën. GD&A Advocaten heeft ervaring met deze bemiddelingsprocedure.

Procedure

Wanneer geen vergelijk met de fiscus kan worden gevonden, zal een procedure niet kunnen worden vermeden. GD&A Advocaten vertegenwoordigt belastingplichtigen voor hoven en rechtbanken.

Webinars en opleidingen

GD&A Advocaten organiseert bovendien regelmatig kantoorseminaries en webinars over fiscale materies.

Subsidies

Audit Vlaanderen voerde bij enkele besturen de thema-audit “Gemeentelijke premies, subsidies en toelagen” uit. Premies, subsidies en toelagen die de gemeenten in de vorm van financiële transacties aan burgers, verenigingen of handelaars uitkeren, werden onder de loep genomen. Dit kunnen subsidies zijn op basis van een reglement of subsidies op naam die met het bedrag zijn ingeschreven in het meerjarenplan (nominatieve subsidies).

De volgende knelpunten werden door Audit Vlaanderen gedetecteerd:

  • Onvoldoende kwaliteitsvolle of te weinig aanvragen omdat de doelgroepen niet op de hoogte zijn van de subsidiemogelijkheden of omdat de aanvraagprocedure onvoldoende laagdrempelig is.
  • Een ongelijke behandeling van begunstigden omdat de organisatie onvoldoende maatregelen neemt om het subsidieproces objectief te organiseren.
  • Een onrechtmatige uitkering van subsidies door gebrekkige subsidiereglementen of door het niet-naleven van deze reglementen of andere regelgeving (bv. regelgeving rond overheidsopdrachten).
  • Een niet-effectieve en inefficiënte besteding van middelen omdat de gemeente haar subsidies te weinig inzet voor de realisatie van haar beleid.
  • Een laattijdige en/of incorrecte uitkering van subsidies omdat de organisatie onvoldoende maatregelen neemt om het proces efficiënt te organiseren.

Deze thema-audit werd slechts bij enkele besturen uitgevoerd. Het is evenwel van belang dat ook andere besturen hiermee aan de slag gaan.

Sommige subsidiereglementen gaan inderdaad al jaren mee zonder dat het bestuur een evaluatie maakt of deze reglementen nog steeds de actuele beleidsdoelstellingen optimaal ondersteunen. Mogelijks is het nodig om enkele klemtonen te verleggen.

Bij het toekennen van nominatieve subsidies blijkt soms dat ook andere organisaties zich in een gelijkaardige situatie bevinden en misschien ook een subsidie zouden moeten kunnen aanvragen. In dat geval kan misschien beter worden overgestapt naar een reglement.

Het komt voor dat van de subsidiegenieter bepaalde diensten worden gevraagd als tegenprestatie voor de toegekende subsidie. Dan rijst de vraag of de subsidie niet eerder moet worden aangemerkt als een vergoeding in het kader van een overheidsopdracht, ingevolge waarvan het naleven van de toepasselijke regelgeving noodzakelijk wordt. Ook de fiscus, de btw-administratie in het bijzonder, zou dan haar aandeel kunnen opeisen.

De Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen wordt niet steeds correct toegepast. Hoe beoordeelt het bestuur de subsidieaanvragen in functie van inhoud en vorm? Welke rapportering vraagt het bestuur aan de subsidiegenieters? Hoe handelt het bestuur wanneer de vereiste info niet wordt verkregen?

Verder is het ook belangrijk om na te gaan hoe het bestuur omgaat met de persoonsgegevens die het van de subsidiegenieters ontvangt wanneer zij subsidies aanvragen of over de aanwending van de verkregen subsidies rapporteren. Aandacht voor privacy- en GDPR-regels is hier op zijn plaats.

Tot slot wijzigde de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende organen op het vlak van subsidies met het Decreet over het lokaal bestuur. Bijkomend volstaat de loutere opname van de nominatieve subsidies in de beleidsrapportering niet langer, doch dient de gemeenteraad deze afzonderlijk vast te stellen.

GD&A Advocaten staat als strategische partner voor de lokale besturen garant voor een multidisciplinaire aanpak van de opdracht. Raakvlakken met andere disciplines zoals bijvoorbeeld fiscaal recht, overheidsopdrachten en bestuursrecht komen dan ook vaak voor.

GD&A Advocaten ontwikkelde een subsidiescan om deze valkuilen te omzeilen. De andere kant opkijken, kan vandaag niet meer worden verantwoord. Een degelijke opvolging van uitgekeerde subsidies is een acute noodzaak. Indien uw bestuur hiervoor interesse heeft, is GD&A Advocaten graag bereid om voor één of meerdere van deze diensten een voorstel op maat van uw bestuur te formuleren:

  • Screening en redactie subsidiereglementen
  • Screening besluiten nominatieve subsidies
  • Screening aanvraag-, controle- en uitbetalingsproces
  • Nagaan of bepaalde nominatieve subsidies moeten worden aangemerkt als overheidsopdracht
  • Nagaan of bepaalde subsidies aan de btw moeten worden onderworpen

Retributies en terugvorderingen

Lokale besturen treden niet enkel op als belastingheffende overheden. Lokale besturen zijn ook dienstverleners, die voor de prestaties die ze leveren en de uitgaven die ze doen, willen vergoed worden.

GD&A Advocaten adviseert lokale besturen bij de totstandkoming van retributie- en tariefreglementen. Zo helpt ons kantoor lokale besturen bij het bepalen of een heffing de vorm moet aannemen van een belasting of een retributie.

Ook wanneer lokale besturen genoodzaakt zijn om bepaalde uitgaven te doen bij het uitoefenen van hun overheidstaak, zullen de besturen deze kosten in bepaalde gevallen willen terugvorderen van een verantwoordelijke derde. Het betreft meestal uitgaven die worden gedaan naar aanleiding van het optreden van de burgemeester in het kader van art. 135 Nieuwe Gemeentewet. In de praktijk gaat het bijvoorbeeld om maatregelen die het bestuur neemt bij een asbestbrand, bij onbewoonbaarheid, bij calamiteiten veroorzaakt door een derde,…

Wanneer de vorderingen niet worden betwist, kan het bestuur een beroep doen op het dwangbevel om het verschuldigde bedrag in te vorderen (art. 177 DLB).

Ook prestaties van politie- en hulpverleningszones, zorginstellingen, EVA’s,… moeten worden ingevorderd. De vorderingen zijn soms gebaseerd op een wettelijke grondslag, in andere gevallen op een eigen reglement.

De verjaringsproblematiek is een bijzonder aandachtspunt bij tarieven, retributies en terugvorderingen. Elke soort vordering kent immers een eigen verjaringstermijn. Zo verjaren schoolrekeningen reeds na één jaar. Een snel optreden kan dus noodzakelijk zijn.

Het publiek fiscaal recht is uiteraard nooit ver weg. Wanneer het bestuur prestaties levert, zal in beginsel geen btw moeten worden toegepast omdat het bestuur optreedt als overheid. Wanneer er evenwel sprake is van concurrentieverstoring van enige betekenis of van specifieke prestaties zal wel btw moeten worden toegepast (art. 6 WBTW).

Een bijzondere vorm van vergoedingen vormen de stedenbouwkundige lasten die worden opgelegd in het kader van een omgevingsvergunning. Het betreft vaak financiële lasten, die door het bestuur worden opgelegd als compensatie van verantwoordelijkheden die de gemeente op zich neemt ter ontlasting van de aanvrager.

Tot slot leggen lokale besturen ook administratieve sancties op. Deze sancties geven regelmatig aanleiding tot betwisting.

GD&A Advocaten adviseert en vertegenwoordigt lokale besturen op het vlak van deze retributies en terugvorderingen.

Staatssteun

Lokale besturen in Vlaanderen keren jaarlijks ca. 190 miljoen euro aan subsidies uit. Lokale besturen zijn ook zelf vaak economisch actief met belastinggeld. Daarnaast worden vaak financiële of andere voordelen verleend via allerlei samenwerkings- en andere overeenkomsten. De forfaitaire subsidie die een lokaal bestuur jaarlijks betaalt aan haar PPS-partner die het zwembad bouwt en uitbaat, is daar een voorbeeld van.

Vaak zijn besturen zich niet bewust van de problematiek en loeren risico’s om de hoek. De sancties daarbij zijn niet gering. Onrechtmatige staatssteun kan aan de orde gesteld worden bij de Commissie, de nationale rechter of het Hof van Justitie van de Europese Unie. De subsidieverleners kunnen bij een foutieve toepassing verplicht worden om de steun, die met miskenning van de staatssteunregels werd toegekend, terug te vorderen. Het terug te vorderen bedrag omvat het concurrentievoordeel dat door de onrechtmatige steun wordt verschaft. Meestal betekent terugvordering van de steun terugvordering vanaf het moment dat de steun beschikbaar kwam tot de datum van de terugbetaling en alle genoten rentevoordelen. Soms komen ook boetes of een dwangsom in het vizier.

Hoewel staatssteun in principe verboden is zonder voorafgaande aanmelding bij en goedkeuring door de Europese commissie, dient het meestal niet tot deze complexe procedure te komen. Vaak kan beroep worden gedaan op de diverse uitzonderingsregimes, die elk hun eigen voorwaarden kennen.

Wat is staatssteun?

De vraag of er sprake is van staatssteun is afhankelijk van vijf cumulatieve criteria die vervat zijn in artikel 107 lid 1 VWEU.

De criteria gesteld in artikel 107 lid 1 VWEU zijn:

  • de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;
  • de steun wordt door staatsmiddelen bekostigd;
  • deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);
  • de maatregel is selectief: het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio;
  • de maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.

De decentrale overheden, dus ook de lokale besturen, moeten elke steunverlening toetsen aan deze criteria. Er is slechts sprake van staatssteun indien aan alle voorwaarden is voldaan. Een steunverlening van de overheid die voldoet aan alle criteria kwalificeert als staatssteun. Dit brengt bepaalde verplichtingen voor uw bestuur met zich mee.

De Commissie lijkt sinds de publicatie van een zevental besluiten in 2015, waarin zij uitgebreid aandacht besteedt aan het criterium ‘interstatelijk effect op het handelsverkeer’, de beoordeling van het vijfde criterium minder strikt toe te passen. De Commissie geeft aan meer te willen focussen op het onderzoeken van omvangrijke staatssteundossiers en meer ruimte te laten voor steun die het handelsverkeer niet lijkt te beïnvloeden. Onder de huidige besluitpraktijk hebben bepaalde activiteiten volgens de Commissie door specifieke omstandigheden slechts een zuiver lokaal karakter. De steun ten gunste van die activiteiten kunnen dan het handelsverkeer binnen de Europese Unie niet ongunstig beïnvloeden. Er is in dat geval geen sprake van verboden staatssteun in de zin van Artikel 107 VWEU. Het ‘interstatelijk effect op het handelsverkeer’ lijkt niet langer theoretisch of potentieel te moeten zijn, maar op zijn minst aannemelijk.

Zo merkt de Commissie bijvoorbeeld in haar besluit Nr. 258/00 – Deutschland Freizeitbad Dorsten een PPS-zwembad als zuiver lokaal aan. Deze uitspraak kan echter niet zomaar naar alle lokale PPS-constructies getransponeerd worden. Het marktaandeel van de begunstigde, het actief zijn van de begunstigde in andere lidstaten, de promotie van de activiteiten in andere talen,… zijn immers voorbeelden van indicatoren die een andere individuele beoordeling kunnen schragen.

Uitzonderingen

Indien een steunmaatregel beantwoordt aan de vijf voornoemde criteria, is het aanmelden van deze maatregel bij de Europese Commissie om goedkeuring te verkrijgen niet de enige mogelijkheid om de steun rechtmatig te kunnen toekennen. De Europese Commissie heeft een aantal verordeningen vastgesteld op basis waarvan bepaalde soorten staatssteun vrijgesteld zijn van de aanmeldingsverplichting.

Soms kan de steun aan ondernemingen dan ook “staatssteunproof” worden gemaakt. Er hoeft dan niet te worden gewacht op goedkeuring door de Europese Commissie, zodat de steun direct kan worden toegekend.

De volgende vrijstellingen geven mogelijkheden aan decentrale overheden om steunmaatregelen verenigbaar te maken met de interne markt zonder voorafgaande goedkeuring:

  • een beroep op de-minimisverordening;
  • de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV);
  • de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV);
  • de Visserij vrijstellingsverordening (VVV);
  • het DAEB vrijstellingsbesluit.

Het verschilt per situatie welke vrijstelling het beste kan worden gehanteerd en aan welke voorwaarden moet worden voldaan.

GD&A Advocaten is als structurele partner van lokale besturen goed geplaatst om uw bestuur in deze juridische doolhof van de Europese staatssteunregels de weg te wijzen, te adviseren en begeleiden.

Wij zijn niet zomaar uw raadsman, maar uw trusted advisor, vandaag en morgen.

GD&A Advocaten is als structurele partner van lokale besturen goed geplaatst om uw bestuur in deze juridische doolhof van de Europese staatssteunregels de weg te wijzen, te adviseren en begeleiden.

Maak een afspraak